
LOD in BIM: handig hulpmiddel of vooral verwarrend?
LOD is een veelbesproken term in de wereld vanBIM. Ook binnen ons team zijn er geregeld discussies. Maar wat betekent het nouecht, en belangrijker nog: wat heb je eraan? In dit blog leggen we uit waar LODvandaan komt, hoe het wordt gebruikt, en waarom het in de praktijk soms eerdervoor verwarring dan voor duidelijkheid zorgt.
Wat is LOD?
LOD staat voor Level of Detail of Levelof Development. Het geeft aan hoe gedetailleerd een deel van een 3D-modelis, van een simpele vorm tot een compleet uitgewerkt bouwonderdeel, inclusiefinformatie over onderhoud en prestaties.
Klinkt helder, toch? Toch zorgt juist dezeterm al jarenlang voor verwarring binnen de bouwsector. Niet voor niets dat wijhet gekscherend weleens Level of Discussion noemen. Iedereen gebruikthet net even anders.
Om goed te begrijpen wat LOD is, helpt het omeven terug te gaan naar waar het allemaal begon. Verrassend genoeg niet in debouw, maar in de gamewereld.
De oorsprong van LOD
In de jaren 70 en 80, toen de eerste computersen games met 3D-graphics opkwamen, zochten ontwikkelaars naar manieren omgedetailleerde werelden weer te geven zonder dat de hardware overbelast raakte.De oplossing: Levels of Detail.
Belangrijke objecten op de voorgrond werdenvol detail weergegeven, terwijl objecten verder weg eenvoudiger bleven. Hetdetailniveau werd afgestemd op wat op dat moment nodig was: efficiënt, maar métbehoud van kwaliteit.
LOD binnen BIM: van idee naar standaard
Deze manier van denken sloeg ook aan in debouw. In 2004 introduceerde Vico Software het concept Model ProgressionSpecification. Hiermee legden zij de basis voor het gestructureerduitwerken van BIM-modellen in verschillende detailniveaus.
Het American Institute of Architects (AIA) zaghet potentieel en werkte het idee verder uit. In 2008 presenteerden zij eenLOD-framework met vijf niveaus (LOD100 tot LOD500), elk met een duidelijkebeschrijving van wat je in die fase van een model mag verwachten.
Het huidige landschap: één begrip, veleinterpretaties
In de loop der jaren zijn er vanuitverschillende hoeken nieuwe invullingen van LOD ontstaan. Denk aan initiatievenvan brancheorganisaties, BIM-adviseurs en softwareontwikkelaars. Diediversiteit heeft zeker waarde, maar zorgt ook voor onduidelijkheid.
Waar het ene team LOD vooral gebruikt alsvisuele richtlijn, ziet de ander het als kapstok voor informatiebeheer. Dieverschillen in gebruik maken samenwerking tussen partijen lastig; zeker incomplexe projecten met veel verschillende disciplines.
LOD in de praktijk
In de praktijk wordt LOD nog vaak gebruikt omhet detailniveau van de visuele weergave van een model te bepalen. Het gaat danom wat je ziet in een viewer of in een AR- of VR-omgeving. Maar BIM gaat nietalleen over visueel inzicht. Het draait ook om informatieoverdracht,samenwerking en uitvoering. En juist daar wringt het.
LOD zegt weinig over de keuzes die je maakt inhet ontwerp en hoe die de uitvoerbaarheid beïnvloeden. Ook geeft het geenrichting aan welke informatie nodig is voor beheer of onderhoud, en het zegtniets over hoe je een model parametrisch opbouwt zodat het leesbaar blijft voorsoftware en goed presteert binnen een groter model.
Stel, je modelleert een luchtbehandelingsunit.Ga je elk onderdeel visueel uitwerken, van schroeven tot filters, puur voor deweergave? Of kies je liever voor een compacte parametrische variant, waarinalle essentiële data aanwezig is voor fabricage, installatie en onderhoud? LODhelpt je niet bij die afweging. Het geeft geen antwoord op de vraag welkeinformatie je nodig hebt, voor welk doel, en op welk moment in het proces.
Het knelpunt: LOD schuurt met de praktijk
Het LOD-framework is in de basis een nuttighulpmiddel, maar in de praktijk sluit het niet altijd goed aan bij hoebouwprojecten werkelijk verlopen. De vaste categorieën, zoals LOD100 totLOD500, zijn relatief abstract en dekken niet altijd wat er in een bepaaldefase écht nodig is.
In veel projecten wordt LOD behandeld als eenchecklist: welk detailniveau hoort bij welke fase? Maar dat leidt al snel toteen versimpeld model van de werkelijkheid. De cruciale vraag wordt dan nietgesteld: welke informatie heb je wanneer nodig, en waarom?
Bij grote projecten zien we regelmatig datdeze vraag te laat of helemaal niet wordt beantwoord. Daardoor gaan belangrijkegegevens verloren, bijvoorbeeld data die nodig is voor onderhoud, inkoop ofmontage. Omdat het niet ‘in het LOD’ staat, wordt het soms simpelwegweggelaten. Dat zorgt voor vertraging, onduidelijkheid en extra kosten.
Modelleren wordt dan een doel op zich, terwijlhet juist een middel moet zijn. Het gekozen detailniveau moet altijd aansluitenop wat er op dat moment nodig is voor planning, budgettering of uitvoering.Anders lever je iets op dat wel mooi oogt, maar inhoudelijk niet werkt.
Ondanks pogingen om het LOD-frameworkbruikbaarder te maken, blijft het lastig in de dagelijkse praktijk. Deinterpretatie verschilt van organisatie tot organisatie, en soms zelfs vanpersoon tot persoon. Dat levert misverstanden op, en remt de samenwerking.
Onze visie is simpel: begin bij deinformatiebehoefte. Als je weet wie wat nodig heeft, kun je daar het model opafstemmen. Dan wordt LOD ondersteunend in plaats van leidend.
Tot slot: LOD is geen einddoel
LOD biedt structuur, en dat is waardevol. Maarhet is geen einddoel. Het helpt je om modellen op een logische manier op tebouwen, maar is niet geschikt als basis voor besluitvorming in ontwerp,uitvoering of beheer. Daarvoor is het te vaag, te star en te beperkt.
Zie het als opstap: een handige leidraad bijhet maken van afspraken, het structureren van informatie en het visueelinzichtelijk maken van je model. Vooral bij het bekijken van modellen in eenviewer of browser is het een nuttig hulpmiddel.
Maar als we willen dat BIM in elke fasebijdraagt aan betere projecten, dan moeten we blijven nadenken over hoe we metLOD omgaan en waar we beter een andere keuze kunnen maken.
En jij? Hoe gebruik jij LOD in jouwprojecten?
We zijn benieuwd naar je ervaring, laat het vooral weten.